Na de dood van zijn ouders woont Harry Potter in de bezemkast bij zijn zeer onvriendelijke tante en oom. Op zijn elfde hoort hij dat hij een tovenaar is. Hij gaat naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus en hij ontdekt dat hij een gevaarlijke aartsvijand heeft. Vanaf ca. 11 jaar.
Na een afschuwelijke vakantie mag Harry Potter weer naar de tovenaarsschool. Maar daar hoort hij een mysterieuze stem in de muren. Als snel volgen enkele aanslagen op leerlingen en vindt Harry een bijzonder dagboek. Vanaf ca. 11 jaar.
Het beest leek veilig achter slot en grendel te zitten, maar duikt plotseling toch weer op in het huis van Bethany en Peregrinus. Er is wel iets vreemds aan de hand: het monster lijkt braaf en beleefd te zijn geworden. Is dat echt zo, of voert hij iets in zijn schild? Met zwart-wittekeningen. Vanaf ca. 10 jaar.
Onderweg naar Zweinstein wordt Harry (13) aangevallen door Dementors. Op school aangekomen blijkt hij het doelwit te zijn van een ontsnapte moordenaar. Gelukkig krijgt Harry hulp van zijn vrienden en van een nieuwe leraar. Vanaf ca. 11 jaar.
Midden in de nacht wordt Sofie door een grote vriendelijke reus meegenomen naar Reuzenland. Samen binden ze de strijd aan met de mensenetende reuzen. Voorlezen vanaf ca. 8 jaar, zelf lezen vanaf ca. 10 jaar.
Twee weeskinderen worden in 1824 met een beurtschip naar de kinderkolonie in Veenhuizen gebracht. In de kolonie heerst een hard regime van tucht en discipline, en broer en zus kunnen maar moeilijk wennen aan hun nieuwe leven. Samen met een nieuwe vriendin maken ze een plan om te ontsnappen.
New York, 1901. Een Amerikaanse vrouw van goede komaf probeert te wennen aan een ingetogen leven als huisvrouw. Als er vlak voor kerst een weesjongen op de stoep staat die bereid is te helpen, neemt ze hem in huis. Samen met haar echtgenoot probeert ze het mysterie rondom de jongen te ontrafelen.
De hebzuchtige ouders van Domperdorp worden ontvoerd door aliens en Domperdorp raakt in verval. Kunnen Bregje en Milo het dorp redden? Ballonstrip in kleur. Vanaf ca. 10 jaar.
Een jonge vrouw onderzoekt de geschiedenis van de 'Verloren Tuinen van Heligan' en ontdekt het verhaal van twee weeskinderen die in 1781 opgroeiden op het landgoed van hun neef Henry Tremayne, die ervan droomt een grote tuin aan te leggen.
Met geringe middelen maar unieke toewijding zorgt de 17-jarige Sophie Neumann voor twee kleine kinderen die zij als haar eigen ziet. Als ze moet trouwen om ze bij haar te kunnen houden, twijfelt ze geen moment.
In de hoop haar verdwenen zusje te vinden, neemt een jonge vrouw een baan aan als plaatsingsagente bij een hulporganisatie die betrokken is bij kindertransporten.
Een jonge vrouw besluit New York te verlaten en naar het Westen te reizen in de hoop daar werk te vinden en zo haar twee zusjes en twee weeskinderen te kunnen redden van de zogenaamde 'kindertreinen'.
Meldingen